Hoe kun je duurzame keuzes maken bij het filmmaken?

Die vraag houdt Judith Keilbach bezig. Als universitair hoofddocent Media Studies aan de Universiteit Utrecht heeft Judith een onderzoeksteam opgericht dat zich hard maakt voor de verduurzaming en vergroening van de Nederlandse filmindustrie. Een geesteswetenschapper die zich dus niet alleen in de ivoren toren van de universiteit begeeft, maar ook een actieve bijdrage levert aan een betere wereld. Filmjournalist Kevin Toma bracht haar een bezoek voor een verhelderend gesprek over de groene toekomst van de Nederlandse film.

Luister hier meer KONKAV Kast podcasts

Je luistert naar KONKAV KAST, de luisterplek voor beeldvreters. KONKAV gaat in gesprek met gevestigde en nieuwe beeldmakers in film en aanverwante terreinen.

Kevin: Mijn naam is Kevin Toma, filmjournalist en bovenal filmliefhebber. Ik weet niet of u dit herkent, maar het overkomt mij de laatste tijd geregeld dat ik lekker naar een film zit te kijken en dat ik dan onvrijwillig denk: die spectaculaire ontploffing, is dat wel zo goed voor het milieu? En zijn ze nou echt met de hele cast en crew naar de andere kant van de wereld gevlogen? Hoeveel drinkwater ging er verloren in die ene eindeloze regenbui? En hoe slecht is zo’n filmproductie nou eigenlijk voor het klimaat? Nou, iemand die zich uitvoerig met zulke vraagstukken bezighoudt en dan in het bijzonder wat betreft de Nederlandse film, is Judith Keilbach. Geboren en opgeleid in Duitsland is Keilbach tegenwoordig Universitair Hoofddocent Media Studies aan de Universiteit Utrecht. In die hoedanigheid heeft ze enkele jaren geleden een onderzoeksteam opgericht dat zich hard maakt voor een verduurzaming en vergroening van de Nederlandse filmindustrie. Best bijzonder, kun je zeggen, voor een geesteswetenschapper om zich niet alleen met onderzoek bezig te houden, maar zich ook buiten de ivoren toren van de universiteit te begeven om een actieve bijdrage te leveren aan een betere wereld. Keilbach en haar actiegenoten willen echt het Nederlandse filmklimaat verbeteren. Ik trof haar in een statige vergaderzaal van de Utrechtse universiteit voor een verhelderend gesprek over de groene toekomst van de Nederlandse film. Maar eerst, wat hebben Judith Keilbach en Arnold Schwarzenegger met elkaar te maken?

Judith Keilbach: Hahaha. Misschien voor Nederlandse oren een raar accent of zo. 

Kevin: Maar dat is niet alles.

Judith: Nee, dat klopt. Arnold Schwarzenegger is iemand die heel bewust al 25 jaar geleden begonnen is na te denken over wat is eigenlijk de environmental impact van films of van de media industrie. Dat ik wist ik toen niet, maar wat ik heb uitgevonden is dat hij een opdracht heeft gegeven aan de University of California in Los Angeles, om onderzoek te doen naar de CO₂-uitstoot van de media en van de filmindustrie van Hollywood. Dat is heel lang geleden, 2006. 

Kevin: Toen hij nog gouverneur van Californië was.

Judith: Inderdaad, toen was hij nog gouverneur. Dat is eigenlijk de eerste studie die gedaan werd over de vraag van CO₂ en de duurzaamheid van de media. Van mijn kant, dat begon heel anders. Het begon met een gesprek met een beleidsmaker in Hilversum, dus televisie, die iets zei van: “Ja, Green Deal. Wij hebben daar nu iets getekend. Superbelangrijk. Maar als je kijkt naar de werkvloer, de mensen in de media-industrie, die willen helemaal niet verduurzamen, want die vinden LEDlicht niet gezellig, en iedereen wil vlees bij de catering en dergelijke dingen.” Dus dat was hoe dat bij mij is begonnen. Op die studie van de UCLA ben ik eigenlijk pas later gestoten. Ik was gewoon benieuwd, wat is er eigenlijk al voor onderzoek gedaan was en toen heb ik dat eigenlijk pas gevonden 

Kevin: En toen je dat hoorde over de mensen in de industrie, dat die echt helemaal geen zin in LEDlicht hebben en alleen maar vlees willen eten, was dat toen voor jou een eye-opener of had je daar al vaker over nagedacht?

Judith: Nee op dit moment had ik daar nog helemaal niet over nagedacht. Ik vond het echt een interessante opmerking. Ik dacht: wat denkt die beleidsmaker eigenlijk over mensen op de werkvloer en ja, ik ik vond dat wel zo interessant dat dat ik een student van ons heb gevraagd dus van de opleiding Film and Television Studies of zij daar onderzoek naar wil doen, of dat eigenlijk klopt. De vraag was eigenlijk hoe kijken mensen in de Nederlandse filmwereld aan tegen duurzaamheid.

Kevin: En dat was eigenlijk dus de eerste aanzet van waar je nu nog steeds mee bezig bent. Wanneer was dit?
Judith: Dat was 2018, 2019. Daar is het begonnen inderdaad. Dat was een student die heeft onderzoek gedaan die heeft interviews afgenomen met een heel beperkte selectie van mensen. Wel helemaal door de hiërarchie heen, dus below the line - gaffer, cateraar en zo en zo, maar wel ook met de producenten en regisseurs, om te horen wat denken die mensen eigenlijk over duurzaamheid? Vinden zij het nodig om te verduurzamen, zijn ze daarmee bezig, wat zijn ze bereid om te doen? Dat was eigenlijk de vraag.

Kevin: En wat zei ze?

Judith: Ja, heel interessant. Het was wel een kleine selectie. Als je mensen benadert voor zo’n interview en zegt het gaat over duurzaamheid, dan spreek je uiteraard met ensen die daar over nadenken. Dus niet verrassend dat Iedereen eigenlijk wel vindt ja je moet duurzamer zijn, maar eigenlijk vond iedereen het superlastig om bij de filmproductie iets mee te maken te hebben. Wat voor ons heel interessant was, was aan de ene kant eigenlijk iedereen van iemand anders verwachtte dat zij in actie moeten komen. Weet je, de cateraar zegt “Ja maar dat moet vanuit de producent” en de producent zegt “Ja maar dat moeten toch de heads of departement zelf beslissen, of wij hebben het Filmfonds nodig dat er regels komen en zo, dus niemand was bereid dat zelf te doen. Niemand durfde het eigenlijk zelf te beginnen en dat vind ik heel interessant. Ook als ik kijk naar vraagstukken die niet alleen maar te maken hebben met de media-industrie, maar ook met transitie over het algemeen: waarom is het zo lastig duurzamer te leven en te produceren? Ik heb het idee dat van wat wij gezien in de media-industrie, dat dat ook van toepassing is of terug te vinden is in heel veel andere sectoren.

Kevin: Ja, want wat jij net zegt, van die mensen die schuiven hun verantwoordelijkheid naar iedereen door, dat zou je bijna zo over de maatschappij kunnen zeggen.

Judith: Ja, ja, en op die manier werkt het ook hè. Dat was echt zoiets van Iedereen verwacht van iemand anders iets en tegelijk ook: niemand durft ermee te beginnen. Zeg maar de mensen below the line die hadden het idee van, dan gaat het over reputatie en dan heb je een reputatie als “die doet moeilijk als het over duurzaamheid gaat”, terwijl producenten en regisseurs het er ook over hadden “Ja maar dan is de sfeer niet meer goed op de set, dat wil je niet”, en niemand durfde dat te doen. En het Filmfonds had het over “Ja maar er zijn al zoveel regels” en niemand durft ermee te beginnen. Dat vind ik wel een heel erg interessante bevinding zou ik kunnen zeggen.

Kevin: Waarom interesseren dit soort transitievraagstukken jou zo, als geesteswetenschapper?

Judith: Ik denk wel dat je je als geesteswetenschapper ervan bewust moet zijn hoe de wereld aan het veranderen is. Kijk voor mij was het wel ook zoiets van ik ben bezig met vraagstukken over duurzaamheid, ik vind het wel erg om te zien wat er op dit moment gebeurt met het milieu, en dus dat het heel duidelijk is dat het niet gaat lukken die 1.5 graden te halen. Ook als je kijkt naar de hittegolf van deze zomer, dan is het heel helder dat er een heel groot probleem is, dat wij heel snel iets moeten doen. Als geesteswetenschapper heb ik wel het idee dat er andere disciplines zijn die veel beter zijn om daar iets aan te doen, te ondersteunen, innovaties te implementeren, te berekenen wat is de uitstoot en hoe kan je die iets verkleinen of kleiner maken of zo… dat ik dus het idee had dat je daar als geesteswetenschapper heel ver van afstaat: je kunt dat gewoon observeren, je kunt conclusies trekken, je kunt dergelijke analyses doen, zo van hè waarom is dat zo lastig met die transitie, maar ik had wel zoiets van nee ik wil ook heel graag daaraan iets bijdragen, en dan zou je kunnen zeggen dat wat wij nu gedaan hebben, met ons onderzoek, is bijna een soort van action research. We hebben iets in de gang door onderzoek waarvan we hopen dat ook gevolgen heeft, dat zeg maar de productie duurzaam wordt, zou je kunnen zeggen.

Kevin: Hoe gaf je dat onderzoek vorm, hoe ging dat in zijn werk?

Judith: We zijn begonnen eerst met eens zogenoemde desk research: wat doen andere film commissies en filmfondsen in Europa, dus zijn daar al maatregelen, waarmee zijn zij bezig, wat doen zij ten opzichte van verduurzaming? Dat was wel interessant om te zien, dat daar eigenlijk een heleboel landen al heel goed bezig zijn en dat Nederland er echt achteraan loopt.

Kevin: Hoe kan dat?

Judith: Mijn idee is dat het aan de ene kant te maken heeft met mensen: je hebt altijd één twee drie mensen nodig die er echt achter staan en die daar aan het pushen zijn hè, dus dat zijn vaak bepaalde filmcommissies die samenwerken met bepaalde regio’s, dat zijn filmcomissies waar producties naartoe komen omdat het heel mooi is om daar te draaien, bijvoorbeeld Trentino, bijvoorbeeld Sardinië: dat zijn mooie filmlocaties, dus die commissies kunnen daar zeggen “Ja als jullie hier willen draaien dan moet je wel aan bepaalde eisen voldoen”. Daar hebben wij naar gekeken, dus wat gebeurt in andere landen: in Duitsland, bijvoorbeeld, is het vanaf nu verplicht met duurzaamheid echt bezig te zijn, anders krijg je geen subsidie.

Kevin: Op de filmset, bedoel je.

Judith: Ja, op de filmset en bij televisie. Nou ja dus dat hebben wij in kaart gebracht. We hebben gekeken wat zijn eigenlijk maatregelen die wij vinden die je ook hier zou kunnen implementeren, dus ook met het idee dat het laagdrempelig moet zijn: je kan niet meteen zeggen verplichten nu! Daarmee zijn wij begonnen. We hebben voorgesteld een aantal dingen te implementeren om te toetsen of dat eigenlijk werkt.

Kevin: Van alle instrumenten die Keilbach voorstelt voor de vergroening van de Nederlandse filmindustrie springt er eentje direct in het oog: dat is de zogenaamde ecomanager. Iemand die net als director of photography, de editor, de film componist en de mensen van het licht onderdeel van de filmcrew uitmaakt en die zich voortdurend bezighoudt met de vraag: hoe kunnen we deze productie zo milieuvriendelijk mogelijk maken? Voor mij is de ecomanager een heel nieuw begrip. Ik dacht oorspronkelijk aan een ietwat opdringerig figuur die voortdurend op de set in de nek van de filmmakers loopt te hijgen om hen op hun klimatologische en maatschappelijke verantwoordelijkheid te wijzen. Een soort eco stalker zou je kunnen zeggen. Maar gelukkig blijft er van dat simplistische beeld weinig over als je met Judith Keilbach praat. Zo begint het werk, zegt zij, van de ecomanager al lang voordat de camera's gaan draaien

Judith: De belangrijkste dingen gebeuren voordat je begint met draaien. Dat is echt in de pre production, waar het vooral erom gaat te vragen: hoeveel draaidagen, waar kom je, hoe kom je naar die locatie, welke cateraar heb je, wat voor licht heb je, kan je dat misschien reduceren, is het handig om op en neer te rijden met de auto of is het misschien beter in een hotel te verblijven? Dergelijke dingen dus dat zijn echt gesprekken die voorafgaan. Dus het is helder dat je heel veel kunt halen als je een goede planning hebt. Ook zoiets van coulissen of kostuums: heb je al die 25 jurken nodig of lukt het misschien eerder te beslissen oké die drie hebben wij nodig? Dergelijke dingen en dus op de set, ja daar gaat het om scheiden van afval en dergelijke, daar hoef je niet als ecomanager de hele tijd aanwezig te zijn. 

Kevin: Maar wel al bij het script ook, bij het script doornemen en kijken.

Judith:  Idealiter zou je dat daar eigenlijk heel vroeg al een ecomanager bij betrekken.

Kevin: Wat kan er dan gebeuren als een ecomanager het script leest. Bijvoorbeeld hij leest, of zij of hen leest over een bankoverval: iedereen begint te schieten, explosies, bloed spettert in het rond - wat zou een ecomanager daar over kunnen zeggen als ze dat leest?

Judith: Nou, een ecomanager zou, als hij of zij een script leest, bijvoorbeeld kunnen vragen “Hé, is het nodig dat je hoofdpersonage in Nederland woont en werkt maar op vakantie gaat naar Curaçao, zodat de je productionele impact betekent dat de hele crew daar dan ook naar toe moet vliegen? Of zijn er misschien andere vakantiebestemmingen waar je hoofdpersonage naartoe zou kunnen waar je hetzelfde verhaal kan vertellen?” Het gaat echt om de productionele impact van storytelling zou je ook kunnen zeggen. Je kan het er ook over hebben over welke auto, of rijdt je personage auto of fietst hij, is dat nodig altijd die grote Mercedes te laten zien? Om dergelijke dingen gaat het ook. 

Kevin: Maar zou hij dan bij deze bankoverval bijvoorbeeld ook zeggen “Één explosie is wel genoeg?” 

Judith: Nee, ik denk niet dat een ecomanager dat op die manier zou zeggen, want het gaat niet om het ingrijpen, dat je iets heel erg verandert. Misschien zou je eerder vragen van “Oké, hoeveel camera's heb je daar? Heb je één explosie en vijf camera's die het opnemen of heb je zeven explosies en één camera? Dergelijke dingen.

Kevin: En dan niet diegene die buiten met de auto staat te wachten, die kan best wachten met de motor uit.

Judith:  Ja zou je kunnen zeggen met een elektrische auto of fiets lukt misschien niet bij jouw voorbeeld hè, maar ja het gaat echt om dergelijke dingen, het gaat om bewustwording juist daarvan. Als je het over explosies hebt, dan zou je erover kunnen reflecteren - en dat is dan eerder iets voor film- en televisiewetenschappers, niet zozeer voor een ecomanager - je zou dan kunnen beginnen met reflecteren “Waarom is het eigenlijk altijd zo relevant deze explosies te hebben, waar je eigenlijk heel veel geweld aan de aarde toebrengt?”, bijvoorbeeld. Dus je kan ook beginnen om erover na te denken wat het eigenlijk betekent dat wij het leuk vinden als iets destroyed wordt. Ook dat is een heel andere insteek, je zou kunnen zeggen een geesteswetenschappelijke, literatuur-media-wetenschappelijke insteek.

Kevin: En dan komt in wat ik er tot nu toe over gelezen heb ook de term ‘planet placement’ voor. Wat is ‘planet placement’, en zou je dat bij zo'n scène als die ik nou net beschrijf - dan kunnen we beginnen met dat de auto komt aanrijden bij de bank, dat de overval er is, dat het allemaal misgaat en dat ze weer naar buiten gaan - zie je daar een kans voor zoiets? Dus wat is ‘planet placement’ en hoe zou dat dan praktisch in zijn werk gaan?

Judith: ‘Planet placement’, dat vind ik nog een lastig begrip wat het eigenlijk betekent. Dat is iets wat zeg maar heel erg door de BBC , door het British Film Institute, Albert, die zijn daar heel erg mee bezig. Albert is een consortium van de Britse film- en media-industrie die heel goed bezig zijn met duurzaamheid, dus zij willen eigenlijk ook bewustwording door welk verhaal je vertelt. Dus dan zou ‘planet placement’ betekenen dat je bijvoorbeeld laat zien dat hoofdpersonages afval scheiden, dat dat gewoon genormaliseerd is. Bepaalde handelingen die wij als duurzaam beleven, dat die gewoon geïntegreerd worden in zo’n filmverhaal. Dan is dat misschien in jouw voorbeeld lastig, dan zou planet placement zijn: wat voor een soort auto of dat nou ja -

Kevin: Alhoewel, als ik me dan voorstel, veel van zulke scènes die beginnen natuurlijk dat mensen in de auto fastfood zitten te eten. Misschien gooien ze het uit het raam, hoewel ik denk dat je dat bijna niemand meer ziet doen in een film zoiets, dat uit het raam gooien. Maar nu zou je dus zien dat hij een vegaburger eet of dat de een zegt “Eet je geen vlees meer?” 

Judith: Bijvoorbeeld.

Kevin: “Ik ben overgestapt.”

Judith: Ja dat zou een voorbeeld zijn van planet placement inderdaad. Maar dan is het wel een probleem uiteraard dat je beslissingen neemt: iemand gooit iets uit het raam, dat is een beslissing om een personage te karakteriseren, dus dan moet je wel ook een beetje opletten want je hebt misschien wel de slechterik nodig en hoe classificeer je dat, maar dat is wel misschien door vlees eten en niet vegetarisch zijn. Maar dat zijn zeg maar dingen waarmee men bezig is als men daar over nadenkt, en dat gaat over storytelling.

Kevin: Ja want je wilt niet dat storytelling, dat die verhalen helemaal gladgestreken worden. Dat alles alleen nog maar in het teken komt te staan - dat het een soort reclamespot wordt.

Judith: Ja dat is een van de problemen. Wij zijn in het kader voor het project van het Filmfonds eigenlijk ook geïnteresseerd geraakt in vraagstukken rondom storytelling. We hebben een heel klein project begonen over green storytelling, whatever that is. Het gaat erom even te kijken of scenarioschrijvers met dergelijke onderwerpen bezig zijn; denken zij daar over na? Weten zij, denken zij na over de productionele impact van hun verhalen? We hebben ook daar gesproken met studenten van scenario-opleidingen en vonden het verrassend dat men daar echt niet mee bezig is. En als je daar begint over te praten, dan zegt eigenlijk iedereen “Ja maar dan wordt het een soort van propagandaverhaal”. Dus iedereen denkt dat dan green storytelling, dat dat betekent dat je het dan over rampenfilms of milieufilms hebt of zoiets, maar het gaat daar helemaal niet. Het gaat bijvoorbeeld ook erom: waar gaat dat personage shoppen? Is dat een second hand winkel? Om dergelijke dingen eigenlijk.

Kevin: Klinkt alsof ze snel bang zijn dat ze iets van hun artistieke vrijheid kwijt raken.

Judith: Dat is interessant dat je dat zegt, want dat was eigenlijk onze verwachting toen wij met het project überhaupt zijn begonnen. Dus het gesprek, 2020, bij het Nederlands Filmfestival, met regisseurs en producenten, daar hadden wij eigenlijk verwacht dat die zeggen “Ja maar duurzaamheid, dat is een probleem ten opzichte van creatieve vrijheid, dus daar willen we niet ook nog over nadenken. Maar interessant genoeg zei dat niemand. Alle vonden dat absoluut geen probleem en zeiden “Ja, we zijn met zoveel beperkingen bezig, de hele tijd, bij het draaiboek schrijven, dus als je produceert gaat het altijd om beperkingen. Dus als je dan ook nog moet letten op duurzaamheid dan is dat ook geen probleem meer. Dat vond ik wel interessant. Terwijl de scenarioschrijvers, dus In de opleiding, het wel zo een beetje erover hadden zo van “Ja maar dat zijn niet de verhalen die je in een film wilt vertellen”, terwijl ze wel alle zeggen “Ja maar privé zijn wij daar wel mee bezig”, en dat vind ik dan ook weer interessant: wat betekent dat, wanneer je zegt in een film heeft dat geen plek? Terwijl iedereen, of in ieder geval die groep studenten, daar wel heel erg mee bezig is.

Kevin: Het hangt natuurlijk ook weer af van wat je als scenarioschrijver beoogt: is dat escapisme of wil je iets van de wereld laten zien zoals ze is? Denk je: ik wil de mensen een paar uur geven waarin ze helemaal los komen te staan van de problemen van alledag, of wil ik op de een of andere manier iets bijdragen aan een oplossing of confrontatie mét die problemen van alledag? Ik moet in mijn achterhoofd de hele tijd denken aan de vergelijking met een componist voor een orkest, die allerlei partijen kan bedenken waarvan dan bijvoorbeeld de harpist kan zeggen “Ja maar ik kan dit niet spelen”, en daar zal een een componist ook rekening mee moeten houden, met wat voor handen is in haar of zijn wereld. Misschien dat inderdaad een scenarist er ook zo tegen aan zou kunnen kijken: deze wereld gaat gewoon naar de knoppen, dus ik moet iets doen met die wereld zoals die nu is en niet doen alsof alles zomaar kan exploderen en alsof mijn held zomaar van Rio de Janeiro naar Beijing kan vliegen alsof het niks is.

Judith: Je had het eerder over escapisme. Dat is uiteraard helemaal prima. Ik vind ook niet dat elke film over het milieu moet gaan, zeker niet. Maar ik vind wel het vraagstuk rondom normaliseren, dat vind ik wel een belangrijk vraagstuk. Bepaalde handelingen zien wij nooit in een film: waarom eigenlijk niet?

Kevin: Zoals? Waar denk je dan aan?

Judith: Nou ja, naar het toilet gaan of zoiets hè. Waarom zien wij niet het scheiden van afval? Dat kan gewoon een normale handeling zijn. En daarmee normaliseer je eigenlijk iets. En je kan ook nog zelf je personage daardoor karakteriseren.

Kevin: Dat is wel grappig dat je dat zegt. Als ik denk aan personages en vuilnis, dan denk ik het eerste aan iemand die heel verveeld een vuilniszak naar de kant van de straat brengt, of een container voorrijdt. Dat laatste heb ik eigenlijk nog nooit in een film gezien: het zijn meestal mensen die in badjas zo naar de straat lopen, en dan gaat het niet om die vuilniszak maar dat ze een reden hebben om naar buiten te gaan en iets raars daar zien, of dat je merkt dat hun leven is vastgelopen, dat ze dat daarom doen. Maar waarom zou die personen dan niet ook een GFT-bak naar buiten kunnen rijden, of een zak met plastic? 

Judith: Bijvoorbeeld, ja.

Kevin: Dat is eigenlijk heel simpel en dan is dat verder helemaal geen artistieke ingrijpen maar wel iets dat laat zien “O ja dat doet zo iemand.” O dat je bij Mission: Impossible wél ziet hoe Tom Cruise steeds maar op vliegvelden zit te wachten en denkt: “Is er niet een andere mogelijkheid om dit te doen?”

Judith: Maar dan werkt die film niet meer zoals ie werkt. Maar dan kan je ook weer die grotere vragen stellen: waarom is dat relevant, technologie, vliegen en zo?

Kevin: Wij zijn er natuurlijk ook wel op een bepaalde manier hier aan verslaafd, en vinden ook voor een deel dat het allemaal gewoon maar moet kunnen, zoals we ook gewoon gewend zijn de hele wereld over te kunnen vliegen voor heel weinig geld. Maar wat dat laatste betreft hebben we nu natuurlijk steeds meer vliegschaamte, dat is de laatste jaren alleen maar aan het groeien en groeien en groeien; kun je je voorstellen dat er op een gegeven moment ook zoiets ontstaat als kijkschaamte? Dat je denkt deze film - ja, ik kan dat af en toe wel hebben hoor, dat ik denk “Deze film moet zoveel geld gekost hebben: hoe moet dat op de ene manier in verhouding worden gebracht met armoede en met de schade die zo’n film aan het milieu toebrengt?”

Judith: Interessant. Ik heb het inmiddels ook, dat ik bij elke film vraag “Oké, dus hoeveel CO₂? Waar zijn ze naartoe gevlogen en hoe duur was het eigenlijk? Dus ik heb dat ook als een soort van dat je daar begint over na te denken. Maar ik denk, en dat is misschien iets waardoor je het kunt verantwoorden, als het goede belangrijke verhalen zijn, dan vind ik dat dan is dat absoluut belangrijker. Dus je wilt niet zeggen “Je mag niets meer produceren”, want dat is de duurzaamste oplossing zou je kunnen zeggen, maar ik vind wel goed dat ook het Filmfonds bijvoorbeeld goed erover zou kunnen nadenken welke verhalen echt relevant en nodig zijn om te vertellen, wat draagt het bij aan bijvoorbeeld bewustzijn voor bepaalde onderwerpen, en dat kan dan het milieu zijn. Maar het kan ook iets anders zijn dus in dat opzicht vind ik niet dat je kijkschaamte moet hebben. Het is misschien een ander verhaal als we nadenken over streaming servives, en wat is daar eigenlijk de footprint van.

Kevin: Met het internet en dergelijke.

Judith: Ja, hoeveel CO₂ ben je eigenlijk kwijt met streaming? En op de universiteit hebben we zoom conferenties en dergelijke dingen, dus ook daar zou je kunnen beginnen om over na te denken.

Kevin: Als we ons even tot het filmproductie-proces beperken, dan blijken er al genoeg problemen en kwesties te zijn om je ecovriendelijke hersens helemaal op stuk te breken. Neem een vraag als: wat is duurzamer: filmen op celluloid of digitaal?

Judith: Aaaah, dat is een goede vraag. Ik kan dat niet zeggen. Ik vind dat is wel iets belangrijks om uit te zoeken, want als het gaat over film en filmmateriaal dan moet je het ook hebben over wat voor soort van waste en welke chemische afvalstoffen zitten daar in? Terwijl bij digitaal heb je het over energieverbruik. Ik weet niet of ooit iemand een studie of onderzoek naar heeft gedaan.

Kevin: Terwijl het eigenlijk heel erg voor de hand ligt.

Judith: Maar het is best wel interessant omdat daar nu een heleboel mensen bijvoorbeeld ook voorstellen dat je in plaats van ergens naartoe te vliegen op locatie, dat je dat alles digitaal doet. En dat klinkt mooi, want transport is inderdaad het grootste aandeel van CO₂, maar dan is altijd de vraag: wat bereken je alles mee, wat neem je alles mee bij dergelijke berekeningen, en heb je het dan alleen maar over energieverbruik van je computer of gaat het dan ook erom hoe die computer geproduceerd is. Dat is super lastig om dat alles uit te rekenen. Dat zou ik moeten opzoeken of daar eigenlijk überhaupt iemand aan onderzoek naar heeft gedaan.

Kevin: Stel je voor dat een filmploeg zo wil gaan werken, Zo van we nemen deze film niet in China op, maar hier in Utrecht met een greenscreen. Dan moet dus een ecomanager - als ze dat echt zouden willen - vervolgens gaan kijken wat voor computer hier staat, waar die vandaan komt, hoe lang de trucages gaan duren, hoeveel dat kost? Nee?

Judith: Nee, dat zou de ecomanager niet doen. De ecomanager zou eerder zeggen “Hé, jullie waren van plan daar naartoe te vliegen: kunnen wij dat niet duurzamer oplossen, door bijvoorbeeld iemand die daar al is te vragen deze beelden op te nemen?Bijvoorbeeld.

Kevin: Want dat is misschien nog altijd duurzamer dan hier dat uit een computer te gaan zitten toveren.

Judith: Ja, mogelijk. I don’t know. Maar dat zou in ieder geval de vraag zijn voor zo’n ecomanager. Het is in ieder geval duurzamer dat iemand die daar al is het opneemt, dan dat de hele crew van hier naar daar reist en terug.

Kevin: En, bijvoorbeeld: “Jullie mogen geen Macs gebruiken, want dat komt uit een mijn in Afrika.”

Judith: Maar goed, als je dáár mee begint en dus echt serieus over nadenkt, dan is alles een probleem, want dan is ook die filmapparatuur een probleem, dan is alles een probleem, hè.

Kevin: Vandaar dat ik dus zeg, krijg je daar geen kijkschaamte van al deze dingen. Moet je niet gewoon een boek gaan lezen - o ja, een boek…

Judith: Water, papier… Maar ik vind wel, dat vind ik wel serieus, dat je er wel goed over kan nadenken: hoe vaak vervang ik eigenlijk mijn laptop, mijn mobiele telefoon, dergelijke dingen. Dus is het nodig elk nieuw product te krijgen of werkt het niet ook wat ik nu al heb?

Kevin: En moet ik als filmmaker per se elk jaar een nieuwe film maken en moet ik als Netflix kijker per se elke dag een film kijken?

Judith: Ja, dan kan je het ook nog hebben over circulair-vraagstukken: dus niet iedereen heeft een eigen camera want die gaat dan wel, die leen je, dus dat is dan weer duurzaam in plaats van iedereen koopt een eigen camera bijvoorbeeld, dat is zeg maar iets dat ik ook weer interessant vind want er is eigenlijk al heel veel circulair: je leent dingen in de media-industrie, maar dan heb je het bijvoorbeeld ook over coulissen, kostuums - moet je alles kopen of vind je het beter en - hoe heet dat, fundus? - een storage te hebben waar je al die dingen hebt? En is dat dan op Europees niveau waar iedereen naartoe kan om dingen te lenen en is dat dan niet vervuilender als je naar zo’n storage gaat om al die dingen te halen, en dan rijd je weer ergens anders… Dus is het beter nieuw te kopen of dat circulair te doen? Dus dat zijn al die dingen die je moet overwegen.

Kevin: Al deze dingen. Dan denk ik dus: als dit allemaal echt gewoon ooit de praktijk wordt, dan gaan zoveel mensen zoveel koppijn krijgen, zoveel slapeloze nachten van: ik wil het zo graag goed doen, maar hoe?

Judith: Daarvoor is onderzoek relevant, dat je daar op een gegeven moment niet meer over hoeft na te denken, maar dat je weet: duurzamer is het op die manier te doen. We zijn gewoon aan het begin daarmee, en en dus je hebt mensen nodig die iets uitrekenen, die weten hoe je daarover nadenkt, zodat op een gegeven moment iedereen weet hoe je dat duurzamer doet.

Kevin: Een soort handboek voor de ecomanager, wat zou dat mooi zijn. Maar zoiets bestaat nog niet. De klimaatvriendelijke filmproductie staat nog altijd In de kinderschoenen, zou je kunnen zeggen. Er moet eerst maar eens een flink mentaliteitsprobleem overwonnen worden. Dat bleek wel tijdens het onderzoek van Keilbach, toen speciaal aangestelde ecomanagers gekoppeld werden aan zes nieuwe Nederlandse filmproducties. Van alle groene bedoelingen kwam bij het gros van die films niet veel terecht. Waarom is dat niet gelukt?

Judith: Te laat begonnen, te laat betrokken, veel te druk, dingen die op de set gebeurden waardoor duurzaamheid gewoon echt niet meer bovenaan staat. Dus het gaat eigenlijk om tijdsgebrek, geld uiteraard en tijd, waardoor duurzaamheid gewoon niet hoog op zo'n lijstje staat.

Kevin: Dat moet in de toekomst helemaal anders gaan, als het aan Judith Keilbach ligt. Gelukkig hebben zij en haar onderzoeksteam veel enthousiasme gekweekt bij het Nederlands filmfonds. In 2021 presenteerde Keilbach het tussenrapport van het onderzoek aan het fonds; momenteel werkt ze aan het eindrapport, dat hopelijk tot structurele veranderingen in de productie van Nederlandse films zal leiden. Het Filmfonds had sinds 2015 al een duurzaamheidsmanager in dienst, namelijk Els Rientjes, de belangrijkste film consulent van Nederland als het om vergroening en verduurzaming gaat. Maar het Fonds is zich dankzij het onderzoek van Judith Keilbach ook flink van het belang van de ecomanager bewust geraakt: van mensen die niet van bovenaf en op afstand adviseren, maar direct bij een specifieke filmproductie betrokken zijn. Keilbach heeft dan ook goede hoop dat het Fonds zich zal gaan inzetten voor een structurele opleiding van Nederlandse eco-managers.

Judith: Vervolgens vinden wij dat het Filmfonds extra geld moet geven zodat die bij producties betrokken zijn. Dat gaat niet alleen om extra geld om mensen te betalen; misschien moet je ook andere apparatuur of zoiets inhuren, dus ook day is een vraag: wie betaalt eigenlijk die extra kosten? Wij vinden dat het Filmfonds dat aan het begin moet doen, maar de bedoeling is uiteraard wel dat het aan het eind zo vanzelfsprekend is dat je misschien ook geen ecomanager meer nodig hebt omdat iedereen inmiddels wéét hoe je dat eigenlijk duurzaam doet.

Kevin: Dus dan worden eerst allemaal mensen opgeleid en die komen dan weer zonder werk te zitten.

Judith: Ja, maar ik denk dat duurt een tijdje voordat iedereen weet hoe dat gaat. 

Kevin: En dat zal misschien weer parallel lopen aan hoe wij, ons, een hele maatschappij…

Judith: Idealiter heb je mensen die aan een Filmacademie of waar dan ook een opleiding volgen en die gewoon leren welk soort licht en met de catering, en dat je erover nadenkt hoe vaak rijdt-ie op en neer en dergelijke dingen.

Kevin: En zie jij dan een soort - misschien is dat een heel suggestieve vraag zoals ik hem nu stel, maar dat maakt me nu even niet uit - maar zie jij dan een soort overeenkomst tussen het feit dat er dus nu plek zou moeten gaan komen voor zo iemand als een ecomanager en het feit dat we nu bijvoorbeeld ook intimiteitscoördinatoren op de set hebben? Het heeft allemaal met bewustwording te maken, met dingen die eerst allemaal vanzelfsprekend leken maar die dat eigenlijk helemaal niet zo zijn.

Judith: Wij hebben het eigenlijk eerder - dus Ik vind dat dus een een goede vergelijking - wij hebben het eerder vergeleken met de covid-managers. Dat is wel opvallend, hè: COVID, productie stopt, en om door te mogen gaan heb je die COVID-managers nodig.

Kevin: Dat heet dan altijd weer een beetje anders, maar je ziet dat inderdaad dat bij alle films of de aftiteling staan.

Judith: Ja, daar is een protocol voor wat deze mensen moeten doen, zodat een productie door mag gaan, en dat ging waanzinnig snel. Die opleiding van die COVID-mensen op de set, en ze hebben gewoon hun werk gedaan, en dus mijn vraag is: ja waarom lukt dat eigenlijk niet met ecomanagers? Dat heeft te maken met urgentie, dus hè dus het ligt niet voor de hand -

Kevin: Want het één is wel nu en van het andere kan je denken: ja dat komt.

Judith: Ja, maar in 2030 moet 49 procent van de CO₂ uitstoot terug, dat is binnenkort.

Kevin: Ik denk nu echt: er moet iemand een film gaan maken over de boerenopstand en het stikstofdebat, en daar moet dan een ecomanager bovenop zitten. Wat zou dat nou voor een film worden?

Judith: Hahaha, een heel Nederlandse.
 

Meer weten over groener filmmaken?

Lees ook het artikel van Janneke van Laar op MEST.

Goed voornemen: Groener filmen

Kunstloc Brabant Kunstloc Brabant

Kunstloc Brabant